Parlementslid vraagt obesitas-preventie en efficiënter diagnose slaapapneu

ma 26 november 2018
Kosten CPAP behandeling

Naar aanleiding van een parlementaire vraag over de toenemende kosten van de apneu-behandeling schreef Sylvia Mariën in Gazet Van Antwerpen. Ze sprak met parlementslid Yoleen Van Camp, professor Johan Verbraecken van het slaapcentrum van het UZ Antwerpen en Mark De Quidt, voorzitter van ApneuVereniging Vlaanderen

120.000 Belgen hebben CPAP-toestel naast hun bed staan om te voorkomen dat hun adem stilvalt tijdens slaap, kosten lopen op tot meer dan 80 miljoen per jaar.

Aantal patiënten met masker tegen slaapapneu verdubbeld in vijf jaar

Stijging CPAP Patiënten 2013-2017

Naar schatting 120.000 Belgen worden op dit moment behandeld voor matige tot ernstige slaapapneu – hun adem stokt minstens vijftien keer per uur dat ze slapen. Vorig jaar kostte dat de gemeenschap ruim 80 miljoen euro, zegt Yoleen Van Camp (N-VA), die minister voor Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) bevraagt over de problematiek.

Wie lijdt aan slaapapneu, krijgt tijdens de slaap meermaals een ademhalingsstilstand, soms zelfs om de paar minuten. Hoewel het zuurstofgehalte in het bloed daardoor wel vermindert, merkt de patiënt dat ’s nachts vaak niet. De klachten zijn er vooral overdag: slaperigheid, concentratiestoornissen, prikkelbaarheid en humeurigheid, schommelingen van de bloeddruk en het hartritme, … Dat geeft een verhoogd risico op aandoeningen van het hart en de bloedvaten, en meteen ook een duidelijk verhoogd risico van werk- en verkeersongevallen.

Zaak is om tijdig een arts op te zoeken. Met een uitgebreid slaaponderzoek in het ziekenhuis kan dan worden vastgesteld of het werkelijk om slaapapneu gaat, al dan niet ge­com­bineerd met een andere slaap­stoornis. Slaapapneu kan op verscheidene manieren worden behandeld: met een heelkundige ingreep, met medicatie of met een mondprothese. Maar wiens adem minstens vijftien keer stokt per uur dat hij slaapt, krijgt als behandeling vaak een zogenaamd CPAP-masker (Continuous Positive Airway Pressure). Het masker dat de patiënt op de neus draagt, is via een plastic slang verbonden met een toestel dat lucht onder een bepaalde positieve druk in de neus en de keelholte blaast. Daardoor worden de ademhaling en de slaap niet meer verstoord, waardoor patiënten weer diep kunnen slapen. Ze snurken niet meer en overdag voelen de meesten zich beter uitgerust.

Zwaarlijvigheid

Yoleen Van Camp
Yoleen Van Camp, N-VA
Volksvertegenwoordiger

Steeds meer mensen dragen een CPAP-masker om te slapen. Eind vorig jaar stond de teller op 102.000, op dit moment zullen het er naar schatting al 120.000 zijn. Zij betalen een klein stukje zelf voor de huur van een CPAP-toestel, maar het Belgische Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) betaalt bijna alles terug. Vorig jaar kostten de slaaponderzoeken en de CPAP’s samen de staatskas zo’n 81.441.243 euro, berekende parlementslid Yoleen Van Camp (N-VA). Zij stelde enkele parlementaire vragen over de problematiek van slaapapneu aan minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). “Het stijgend aantal patiënten in acht genomen, kunnen we de kosten voor de komende vijf jaar projecteren op een half miljard euro”, zegt Van Camp. “Dat moet efficiënter kunnen.”

Daarom pleit Van Camp voor nog meer preventie rond obesitas, een belangrijke risicofactor voor slaapapneu. Afhankelijk van de leeftijd en het BMI, lijdt 20 tot 50% van de obesitaspatiënten aan slaapapneu. “Je ziet het aan de cijfers voor Wallonië. Daar gaat minder geld naar obesitaspreventie, zijn er meer obesitaspatiënten en stijgt het relatieve aantal CPAP-patiënten feller”, zegt Van Camp. “Het is een goede zaak dat voor kinderen met obesitas een aantal sessies bij de diëtist zullen worden terugbetaald. Wij vragen dat al lang, en het zou ook moeten kunnen voor volwassenen.”

Thuis of ziekenhuis

Volgens Van Camp kan ook de behandeling van slaapapneu prijsbewuster, “door een betere ondersteuning thuis”. “Dat zou de patiënt en de maatschappij tot de helft van de kosten besparen én een betere kwaliteit van zorg leveren, aangezien de slaap thuis natuurlijker is dan in een ziekenhuisomgeving.”

Maggy De Block, federaal minister volksgezondheid
Maggy De Block,
federaal minister
volksgezondheid

Minister De Block stelt in haar antwoord dat “er stappen worden gezet” in de richting die Van Camp bepleit. Sinds dit jaar kan naar schatting 39% thuis een slaaponderzoek krijgen. “De huidige slaapapneu-overeenkomst is tot stand gekomen na drie jaar overleg tussen het Riziv en vertegenwoordigers van de gespecialiseerde ziekenhuizen”, stelt De Block. “Uit Amerikaans gezondheidsonderzoek blijkt dat een polysomnografie (een slaaponderzoek met elektroden in het ziekenhuis, red.) onder supervisie van een competente medewerker op lange termijn nog altijd de beste resultaten oplevert, ook al is zo’n onderzoek aanvankelijk duurder. Goedkopere werkwijzen (zoals een beperkter onderzoek thuis, red.), leiden tot een slechtere kwaliteit van de diagnose en dus ook tot een slechtere kwaliteit van de behandeling.”

Maar de technologie verbetert ook, stelt De Block, en daardoor zullen er ook thuis meer mogelijkheden zijn. Ze wil dat “in de nabije toekomst” verder laten onderzoeken. “Een van de belangrijkste zaken die daarop een invloed zal hebben”, zegt De Block, “is de toekomstige erkenning van Home Care Providers. Dat zijn hooggeschoolde technisch-medische medewerkers die zulke technieken of onderzoeken aan huis kunnen begeleiden. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten is momenteel belast met het uittekenen van een wettelijk kader hieromtrent.”

Van Camp reageert alvast positief op het antwoord van de minister.


“Onderzoek in het ziekenhuis blijft de meest nauwkeurige methode”

Professor Johan Verbraecken is longarts en leidt als somnoloog het Slaapcentrum van UZ Antwerpen. Daar worden zo’n vijfduizend mensen met slaapapneu begeleid.

“Elk jaar komen er nieuwe patiënten bij”, zegt Verbraecken. “En die blijven vaak patiënt, tenzij ze drastisch hun levensstijl veranderen en veel vermageren. Obesitas is een risicofactor, de gemiddelde apneu­lijder leidt vaak een bourgondisch leven met weinig beweging. Het is moeilijk te keren, maar áls het lukt, kan de CPAP de deur uit.”

Geslachtshormoon

Maggy De Block, federaal minister volksgezondheid
prof Johan Verbraecken,
UZA Slaapcentrum

De meeste patiënten zijn mannen, doordat ze een nauwere keel en een grotere tong hebben door het geslachtshormoon testosteron. Zo is er meer kans op obstructie, legt Verbraecken uit. “Vrouwen worden beschermd dankzij het hormoon oestrogeen, maar dat valt weg na de menopauze. Vanaf dan worden vrouwen ook vaak zwaarder en is er een merkelijke toename bij het aantal vrouwelijke patiënten.”

Vaak is het doordat de partner klaagt over gesnurk, dat een onderzoek volgt in een slaapkliniek. “De patiënt zelf klaagt meestal over aanhoudende vermoeidheid, maar er kunnen ook andere problemen zijn”, zegt Verbraecken. “Of de patiënt merkt niets, 80 tot 90% van de mensen met slaapapneu, weet het niet.”

Maar ook dan kan slaapapneu op de lange termijn gevaarlijk zijn. “Zonder behandeling krijgt een op de drie hart- en vaatziekten zoals hoge bloeddruk, hartinfarct of beroerte. Een op de zeven overlijdt binnen de twaalf jaar.”

Over de werkwijze bij het stellen van een diagnose en over de behandeling van slaapapneu is Verbraecken erg tevreden. “Een polysomnografie in het ziekenhuis werkt zeer accuraat en de patiënt verwacht ook een correcte diagnose. Bij een simpelere polygrafie thuis (die alleen de ademhaling en enkele andere functies meet, red.), meet je minder precies en komt er soms niets uit het onderzoek. Dan is alsnog een polysomnografie aangewezen. Dat kost dan juist méér. Dus wij kiezen voor de meest nauwkeurige methode in het ziekenhuis. Voor controle en opvolging na de diagnose is een onderzoek thuis in sommige gevallen wel oké.”

Opletten als overheid

Toch werd de polysomnografie tot 2006 reeds geregeld thuis toegepast. “Maar toen heeft toenmalig minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) gezegd: dat moet stoppen, we gaan dat niet meer terugbetalen. Als overheid is het opletten wat je stimuleert met je beslissing. Als je slaaponderzoek thuis zomaar toelaat, springen daar sowieso commerciële partijen en privépraktijken op. Dán ontploffen de kosten pas. In de VS zijn er een aantal slaapcentra failliet gegaan omdat de verzekeringen ambulant onderzoek eisten en slaaponderzoek in het ziekenhuis niet meer terugbetaalden. In Nederland zie je nu dat de tendens weer verschuift, van 80% thuisonderzoek naar 50%.”


Antwerpenaar Mark De Quidt wordt al negen jaar behandeld voor slaapapneu.

“Alsof ik ’s nachts meermaals stierf”

Antwerpenaar Mark De Quidt gebruikt al sinds 2009 een CPAP-toestel om zijn slaapapneu te behandelen. “In die tijd raakte ik maar niet uitgeslapen, hoewel ik acht uur per nacht sliep”, vertelt hij. “Nu begin ik ’s morgens uitgerust aan mijn dag.”

Mark De Quidt, voorzitter ApneuVereniging Vlaanderen
Mark De Quidt
Voorzitter
ApneuVereniging Vlaanderen

“Al kan mijn behandeling de opgelopen schade ook niet helemaal rechttrekken”, zegt Mark. “Na de diagnose besefte ik pas hoelang ik al met slaapapneu rondliep. Mijn ex-vrouw had nooit last van mijn gesnurk. Maar achteraf heeft iemand die in 1997 bij mij was blijven slapen, verteld dat het leek alsof ik die nacht verschillende keren aan het sterven was. Had ik dat toen maar geweten.”

Het was omdat Mark met aanhoudende vermoeidheid en concentratieproblemen kampte, dat hij zich op zijn 58ste uiteindelijk in het Slaapcentrum van het UZ Antwerpen liet onderzoeken. Tijdens zijn slaap bleek hij om de twee minuten een ademhalingsstilstand te doen. “Ik was in die tijd hoofd bedrijfskunde aan een hogeschool en voelde mij ’s avonds pas wakker. ’s Nachts kwam ik nooit in een diepe slaap. Ook al mocht ik acht uur in mijn bed blijven liggen, ik recupereerde niet. Nu, met mijn CPAP-masker, is dat een groot verschil. Ik kan ’s morgens na het opstaan een wandeling maken en meteen dingen doen.”

Aanpassingsperiode

CPAP toestel
CPAP toestel

Als voorzitter van ApneuVereniging Vlaanderen vertegenwoordigt Mark ook zo’n vijfhonderd patiënten. “Bij sommige mensen zorgt een CPAP er van de ene dag op de andere dag voor dat ze zich fitter voelen dan ooit”, zegt hij. “Maar in het algemeen is er wel een aanpassingsperiode nodig. Ook bij de partners van patiënten. Zij vinden het soms maar niks dat ze nu naast iemand in bed moeten liggen met een masker. Dan zeg ik steevast: ‘Wil je intiem zijn ’s nachts of een fitte man hebben overdag?’ Goed slapen is zo waardevol. Sommige patiënten omarmen hun masker dan ook. Ik ken iemand die zegt: mijn CPAP is mijn teddybeer.”

Zelf betaalt Mark 0,25 euro per dag voor de huur van zijn toestel, of 90 euro per jaar. “Mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming betalen niets”, zegt hij. “Als je ziet dat er steeds meer patiënten zijn, dan weten wij ook wel dat die kosten onhoudbaar zijn. Maar wat is de maatschappelijke kost van niet-behandeling? Dat zouden ze ook eens mogen onderzoeken. Wat zijn de kosten als wij in behandeling moeten gaan bij cardiologen en andere specialisten? Al onze organen worden immers aangetast door zuurstoftekort.”

Onderdiagnose

“En hoewel het aantal patiënten sterk toeneemt, is er nog een enorme onderdiagnose. Velen weten niet dat ze aan slaapapneu lijden. Efficiëntieoefeningen zullen dus zeker nodig zijn, maar de technologie in slaaponderzoek thuis verbetert ook snel. Dat is hoopvol voor de toekomst.”

Bron: Gazet Van Antwerpen, Sylvia Mariën, maandag 26 november 2018.